Skip to main content

In augustus 2018 viel de Nepalese bouwvakker Tej Narayan Tharu (24) dood van een hoge loopbrug in het 668 miljoen dollar kostende al-Wakrah-stadion in Qatar, gebouwd voor het WK voetbal van 2022. Het land telt twee miljoen arbeidsmigranten, circa 95 procent van de totale beroepsbevolking. Dankzij hun inzet zijn in de afgelopen jaren railnetwerken, snelwegen, hotels, en hele steden gebouwd, naast de stadions voor het WK. De arbeiders worden daarnaast ingezet voor allerlei andere taken, zoals beveiliging van infrastructuur.

Tej Tharu liet een familie achter, onder wie zijn vrouw en 4-jarige dochter, die hij onderhield met zijn werk. Zijn familie worstelt met verdriet en trauma's na zijn dood en, zoals veel migrantenarbeiders die geliefden hebben verloren in Qatar, met de vraag hoe ze de eindjes aan elkaar kunnen knopen zonder hun voornaamste kostwinner.

Voor de mondiale sport markeert 2022 een annus horribilis als het gaat om mensenrechten, te beginnen met de Olympische Winterspelen in Peking, daarna het meest recente WK-gastland Rusland dat Oekraïne binnenviel met tanks, en eindigend met het WK in Qatar. Wereldvoetbalbond FIFA heeft zich een belabberde rentmeester getoond door in december 2010 het WK van 2022 aan Qatar en het WK van 2018 aan Rusland toe te kennen, ten koste van de bescherming en bevordering van mensenrechten. 

Voetbalfans over de hele wereld zijn gek op "the beautiful game". Het WK is het belangrijkste toernooi met wereldwijd meer dan 3 miljard kijkers, bijna de helft van de wereldbevolking. Landen als Qatar - en eerder Rusland – proberen via 's werelds grootste sportevenement hun belabberde imago te verbeteren. “We weten dat de kracht en aantrekkingskracht van voetbal kan inspireren tot positieve sociale verandering in Qatar en wereldwijd", aldus de "Generation Amazing"-website, die door de organisatoren van het WK 2022 is opgezet om Qatar te promoten. Maar kijk voorbij de ronkende pr, en je ziet dat "onverklaarbaar" aangemerkte sterfgevallen onder arbeiders en een gebrek aan elementaire mensenrechten de aanloop naar het WK in Qatar kenmerken.

Wat nu nodig is, zijn herstelbetalingen aan de families van omgekomen arbeiders en aan arbeiders die het slachtoffer werden van wijdverspreide loonroof en andere misstanden. Het is ook de hoogste tijd dat het voetbal verantwoording gaat afleggen. De belangrijkste toernooien worden te vaak gegund aan gastlanden waar mensenrechten met voeten worden getreden, met een verwoestend hoge menselijke tol. 

De FIFA bevindt zich in 2022 in een nieuwe wereld, waarin het vertroetelen van autoritaire regeringen duidelijke kosten met zich meebrengt.  Binnen enkele dagen na de Russische invasie in Oekraïne zag de FIFA zich genoodzaakt Rusland te verbannen van alle internationale wedstrijden, inclusief de laatste kwalificatiewedstrijden voor het WK. Daardoor kwam de vorige WK-gastheer niet meer in aanmerking voor deelname in Qatar.

FIFA’s mensenrechtenbeleid is danig op de schop gegaan sinds de toekenning van het WK aan Qatar. Enkele voorbeelden: de organisatie besloot mensenrechten te integreren in al haar activiteiten, en het personeelsbeleid werd gemoderniseerd. Dat was nodig ook. In juni 2015 werden zeven topfunctionarissen van FIFA in handboeien afgevoerd, terwijl Interpol tegen andere functionarissen zogeheten red notices uitvaardigde wegens criminele activiteiten. FIFA kwam terecht in een corruptiecrisis, die uiteindelijk zelfs resulteerde in het aftreden van Sepp Blatter, die jarenlang voorzitter was van de federatie. Dit creëerde een unieke kans voor de mensenrechtenbeweging om aan te dringen op een grondige herziening van mensenrechtenbeleid binnen de FIFA, zodat rechten van werknemers, spelers, journalisten, fans en alle anderen betrokkenen bij het internationale voetbal beter worden beschermd.

Harvard-professor John Ruggie, opsteller van de VN-richtsnoeren voor het bedrijfsleven en mensenrechten, werd ingehuurd om FIFA’s mensenrechtenbeleid te herzien en hervormingen aan te bevelen. In de zogeheten guiding principles van de VN is vastgelegd hoe bedrijven moeten voorkomen dat zij bijdragen aan schendingen van mensenrechten, en ervoor te zorgen dat schendingen die zich voordoen, worden verholpen. In 2016 riep Ruggie in zijn rapport “For the Game. For the World”, de wereldvoetbalbond op om mensenrechten centraal te stellen in al haar activiteiten, inclusief reeds lopende projecten zoals het WK in Qatar.

Sindsdien heeft de FIFA een mensenrechtenbeleid ingevoerd dat van toepassing is op al haar wereldwijde activiteiten, een directeur mensenrechten in dienst genomen, en programma's opgezet om de mensenrechten te bevorderen, waaronder de rechten van de eigen werknemers. Bij de presentatie van het nieuwe beleid schreef voorzitter Gianni Infantino: "De FIFA erkent haar verplichting om de inherente waardigheid en gelijke rechten van iedereen die door haar activiteiten wordt geraakt, te handhaven.”

Maar FIFA’s toepassing van mensenrechtennormen is op zijn zachtst gezegd onevenwichtig. Het feit dat FIFA in Qatar heeft nagelaten de wettelijke veranderingen te eisen die de eigen statuten vereisen, brengt risico's met zich mee voor spelers, kinderen, fans, journalisten, werknemers en alle anderen in het voetbalecosysteem.  

De dood van Tej Tharu in Qatar maakt deel uit van een onaanvaardbaar patroon rond recente wereldkampioenschappen. Minstens 21 bouwvakkers stierven op bouwplaatsen in Rusland. Het WK-stadion in Sint-Petersburg werd gebouwd met behulp van Noord-Koreaanse dwangarbeiders. Ten minste één arbeider stierf in de zeecontainer waarin hij woonde.  Dergelijke misstanden staan haaks op het imago van het WK als een feest van menselijkheid en menselijke prestaties.

Er is geen reden waarom ook maar één arbeider zou moeten sterven om een WK voetbal of een ander mega-sportevenement mogelijk te maken. De oorzaak van het hoge aantal sterfgevallen onder arbeiders in Qatar is duidelijk: het ontbreken van een kader voor mensenrechten en van handhavingsmechanismen om arbeiders te beschermen en hen instrumenten te geven om gevaarlijke werkomstandigheden, bedrog met lonen en dwangarbeid te melden en aan te pakken.  

Beloofde hervormingen, belabberde uitvoering

In 2010 besloot de FIFA Qatar aan te wijzen als gastheer voor het WK van 2022, zonder rekening te houden met mensenrechten en zonder voorwaarden te stellen op het gebied van arbeidsrechten. Dit terwijl de federatie wist dat enorme investeringen in infrastructuur noodzakelijk waren, en dat hiervoor gebruik zou worden gemaakt van kwetsbare migrantenarbeiders. In de afgelopen jaren hebben mensenrechtenorganisaties, vakbonden en media consequent de wijd verspreide schendingen van mensenrechten in het land gedocumenteerd, met name tegen arbeidsmigranten. Het gaat dan onder meer om salarisdiefstal, hoge wervingskosten, onverklaarbare sterfgevallen op de werkplaats, inbeslagname van paspoorten, en omstandigheden die neerkomen op dwangarbeid.

Qatar heeft hervormingen doorgevoerd onder dreiging van een uiterst beschamende aanklacht van dwangarbeid in 2016 die een vakbond bij de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) had ingediend na door mensenrechtenorganisaties gedocumenteerde misstanden. Deze druk zorgde ervoor dat de Qatarese regering eindelijk overstag ging en een minimumloon invoerde. Ook kwamen er regels voor de volledige uitbetaling van loon en kwam er formeel een eind te maken aan de inbeslagname van paspoorten van arbeiders in Qatar. Deze hervormingen kwamen echter te laat, zijn jammerlijk inadequaat gebleken, en de handhaving faalt. Zoals Human Rights Watch heeft gerapporteerd, is diefstal van loon, met inbegrip van onbetaald overwerk, willekeurige inhoudingen, vertraagd, en ingehouden en niet uitbetaald loon, nog steeds schering en inslag.

Werknemers moeten nog steeds betalen om te mogen werken in Qatar. Migrantenarbeiders betalen doorgaans tussen de 700 en 2600 USD aan bemiddelingsbureau’s. Dit maakt hen kwetsbaar, zelfs nadat zij in Qatar zijn gearriveerd. Velen komen terecht in een verpletterende cyclus van schuldenslavernij. Het kan maanden en zelfs jaren duren voordat deze schulden zijn afbetaald.  

Te veel hervormingen van het overheidsorgaan dat belast is met de WK-organisatie (het Supreme Committee) houden op bij de stadionpoorten. Ze gelden slechts voor 1,5 procent van de totale beroepsbevolking. Daarnaast hebben ze geen betrekking op de rest van de naar schatting 250 miljard dollar aan bouwwerkzaamheden, voor de aanleg van onder meer spoornetwerken, hotels, en winkelcentra in de aanloop naar het WK. 

Aan de basis van de meeste misstanden waar arbeidsmigranten in Qatar mee te maken krijgen, ligt het kafala-systeem, uiterst restrictieve arbeidsregulering die in de hele Golfregio als norm geldt. Dit systeem verleent werkgevers onevenredig veel macht en controle over de immigratie- en arbeidsstatus van werknemers, en dus over hun leven, een garantie voor schendingen van mensenrechten. Qatar mag de eis dat arbeiders toestemming van hun werkgever moeten hebben voor een uitreisvergunning om het land te verlaten, hebben laten vallen, en ook grotendeels de eis om een verklaring van geen bezwaar van hun werkgever te krijgen om van baan te mogen wisselen, de belangrijkste elementen van het kafala-systeem zijn helaas nog altijd van kracht.

Zo kunnen werkgevers nog steeds aangifte doen tegen arbeiders wegens "onderduiken", oftewel het niet meer komen opdagen op de werkplek. Daarop staan zware straffen, zoals boetes, detentie, deportatie en een verbod om het land opnieuw te betreden. Rechters kunnen deze straffen zelfs opleggen wanneer de arbeider alleen maar probeert te ontsnappen aan een werkgever die zich misdraagt.

Bij hervormingen die wel zijn doorgevoerd, faalt de handhaving. Hoewel bijvoorbeeld de eis van een verklaring van geen bezwaar om van baan te veranderen is geschrapt, moeten arbeiders die een andere baa willen, een ondertekende brief zien te krijgen waarin hun ontslag wordt goedgekeurd door de oorspronkelijke werkgever - in wezen dezelfde onrechtmatige de-facto-eis - voordat ze van baan kunnen veranderen.Werkgevers hebben daardoor een uiterst machtige positie ten opzicht van hun werknemers.

Vakbonden die zouden kunnen opkomen voor de rechten, belangen en veiligheid van onder meer arbeidsmigranten, zijn illegaal in Qatar. En er is geen stakingsrecht voor deze mensen, dus is publiekelijk aandacht vragen voor hun penibele situatie zeer lastig.

Dodelijke hitte

Tijdens een typische zomer in het hete en vochtige woestijnklimaat van het schiereiland Qatar kan de temperatuur oplopen tot rond de 45 graden Celsius, en arbeidersmigranten, vooral in de bouwsector, moeten buiten werken in deze dodelijke hitte. Qatar geeft onvoldoende gegevens vrij over sterfgevallen van arbeiders. Over de periode 2010-2019 registreerden de autoriteiten 15.021 niet-Qatarese sterfgevallen voor alle leeftijden, beroepen en oorzaken. Maar omdat de gegevens niet zijn uitgesplitst en onvolledig zijn, is het moeilijk om een heldere analyse te maken van de sterfgevallen onder arbeidsmigranten.

Volgens The Guardian zouden er tussen 2010 en 2020 in Qatar alleen al meer dan 6.751 sterfgevallen zijn geweest van mensen uit slechts vijf Zuid-Aziatische landen. Ruim 69 procent van deze sterfgevallen werd toegeschreven aan onverklaarbare oorzaken, ondanks het geavanceerde gezondheidssysteem in Qatar. De IAO repte in een rapport van 50 werkgerelateerde sterfgevallen in Qatar in 2020, waarvan een vijfde werd toegeschreven aan "onbekende oorzaken". Er is geen enkele verantwoording afgelegd voor de dood van deze mensen, en hun nabestaanden werden niet gecompenseerd. Het enige wat de rouwende families ontvingen, waren doodskisten met stoffelijke overschotten.

Veel werknemers in Qatar overleven het uitoefenen van hun beroep, maar hebben een verminderde levenskwaliteit als gevolg van zonnesteken, langetermijneffecten van hittestress, mentale gezondheidsproblemen, werkgerelateerde verwondingen en ongevallen, ondervoeding, hartaandoeningen, en nierfalen of diabetes waar ze tijdens of na hun verblijf in Qatar onder lijden.

In 2021 voerde Qatar maatregelen in voor betere bescherming tegen hittestress, waaronder een uitbreiding van het verbod om tijdens de warmste maanden van het jaar buiten te werken en een verbod om te werken wanneer het bij direct zonlicht en zonder afkoelende wind warmer is dan 32,1 graden Celsius. De wetgeving wat betreft hitte was welkom, maar tegen de tijd dat de regels werden ingevoerd - tien jaar nadat het land de rechten voor het organiseren van het WK had gekregen - waren veel van de bouwwerkzaamheden al nagenoeg voltooid.

Seksueel geweld

Afgezien van de ontoereikende bescherming van arbeidsmigranten, ontbreken er meer basisrechten in Qatar. Vrouwen en meisjes, lesbiënnes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT), en journalisten zijn daardoor kwetsbaar. Qatar kent geen onafhankelijke binnenlandse mensenrechten- of vrouwenrechtenorganisaties en het land heeft geen pers- en internetvrijheid. Het stelt buitenechtelijke seks met wederzijds goedvinden strafbaar, inclusief seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht.

De straffen op deze ‘delicten’ behoren tot de zwaarste in de regio. Wie buitenechtelijke seks heeft, riskeert zeven jaar gevangenisstraf op basis van artikel 281 van het wetboek van strafrecht. Rechtbanken kunnen hen, als zij moslim zijn, ook veroordelen tot geseling. Deze straffen vormen een rechtstreekse schending van internationale mensenrechtenwetgeving, waaronder het recht op privacy, non-discriminatie, lichamelijke autonomie, gezondheid, en vrijwaring van foltering en wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.

De eerder omschreven ‘misdrijven’ treffen daarnaast disproportioneel veel vrouwen, die strafrechtelijk kunnen worden vervolgd als ze aangifte doen van verkrachting en omdat zwangerschap als bewijs van het zogenaamde misdrijf dient. De politie gelooft vrouwen die aangifte doen van geweld doorgaans niet. En dan is er nog het systeem van mannelijke voogdij, dat mannen enorme macht geeft over vrouwen en meisjes. De regels op dit vlak lijken op die in Saoedi-Arabië.

Hoewel het gaat om het WK voetbal voor mannenteams, zullen er uiteraard ook veel vrouwen bij betrokken zijn. Het gaat dan om fans, scheidsrechters, officials, leden van de staf van de 32 deelnemenende nationale teams, journalisten, hotel- en restaurantpersoneel en ga zo maar door. Bij grote sportevenementen zoals het WK neemt het risico op seksueel geweld sterk toe, niet alleen voor fans, maar vooral ook voor migrantenvrouwen in laagbetaalde banen, bijvoorbeeld in hotels, bars en restaurants. Vrouwen die te maken krijgen met seksueel geweld - door hun partner, collega's, vrienden of vreemden – lopen in Qatar het risico dat ze ook nog eens strafrechtelijk worden vervolgd voor buitenechtelijke seks. Dat kan volgens de wet in Qatar als de persoon die werd beschuldigd van aanranding of verkrachting, claimt dat het ging om seks met wederzijdse toestemming.

Een zeer verontrustende zaak is die van een Mexicaanse vrouw die voor de WK organisatie werkte. Ze deed in juni 2021 bij de politie in Qatar aangifte van fysieke mishandeling door een man. In plaats van bescherming en gerechtigheid te krijgen, werd ze beschuldigd van de "misdaad" van buitenechtelijke seks, omdat de man beweerde een relatie met haar te hebben, wat zij ontkende. Hoewel de vrouw erin slaagde Qatar te verlaten, vervolgden de autoriteiten haar toch op basis van deze beschuldiging. Op 3 april verwierp een rechtbank de zaak, maar het is onduidelijk of het Openbaar Ministerie de aanklacht tegen de Mexicaanse heeft ingetrokken. Deze zaak toont aan hoe mannen die de wetten in Qatar kennen, deze in hun voordeel kunnen gebruiken om af te komen van aanklachten wegens aanranding, en ze zelfs kunnen gebruiken als wapen tegen hun slachtoffers.

Vrouwen moeten ook een huwelijksakte kunnen overleggen om toegang te krijgen tot bepaalde vormen van seksuele en reproductieve gezondheidszorg. Overlevenden van seksueel geweld hebben in Qatar geen toegang tot noodanticonceptie, seksuele gezondheidscontroles en medicijnen om een HIV-besmetting te voorkomen. Ongehuwde vrouwen die er tijdens een bezoek aan Qatar, of tijdens werk in dit land, achter komen dat ze zwanger zijn, kunnen niet alleen geen toegang krijgen tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg, ze riskeren ook te worden gearresteerd. Een ongehuwde journaliste uit Nieuw-Zeeland die voor Al Jazeera in Qatar werkte, vertelde hoe ze in september 2021 ontdekte dat ze zwanger was, en hoe een arts haar zei: "Ik kan je niet behandelen... Je moet trouwen of zo snel mogelijk het land verlaten." De verslaggeefster nam ontslag en verliet Qatar in november 2021.

LHBT

Qatar’s wetboek van strafrecht stelt seksuele contacten tussen mensen van hetzelfde geslacht strafbaar. Rechters kunnen maximaal zeven jaar gevangenisstraf opleggen, op grond van artikel 285. Ook het "aanzetten" of "verleiden" van een man tot "het plegen van sodomie of onzedelijkheid" kan resulteren in drie jaar cel, op basis dus van vage termen die gebruikt kunnen worden om niet alleen consensuele seksuele relaties te bestraffen, maar ook tegen verschillende vormen van pleitbezorging voor rechten van LHBT’s. De wet vertoont verontrustende gelijkenissen met wetgeving tegen het "promoten van homoseksualiteit" in landen als Rusland en Nigeria en ook met de Egyptische wet tegen het "aanzetten tot losbandigheid".

Mensen die in Qatar te maken hebben gehad met repressie door de overheid hebben Human Rights Watch verteld dat de overheid LHBT's surveilleert en arresteert vanwege hun online activiteiten. Digitale opsporing wordt gecombineerd met wetten gericht op mensen die buitenechtelijke seks hebben. De autoriteiten censureren ook traditionele media die aandacht besteden aan seksuele geaardheid en genderidentiteit, inclusief mensen die steun betuigen aan LHBT-personen. Zo slagen ze erin elke vermelding van LHBT uit de publieke sfeer te weren.

De afgelopen jaren hebben uitgevers in Qatar, waaronder The New York Times-partner Dar Al Sharq, talrijke artikelen gecensureerd die repten over LHBT-rechten, in overeenstemming met Qatar’s pers- en publicatiewet van 1979. Die verbiedt de publicatie van "welk drukwerk dan ook dat in strijd wordt geacht met de ethiek, dat de goede zeden schendt, of dat de waardigheid van het volk of zijn persoonlijke vrijheden aantast". Deze censuur is duidelijk in strijd met de verplichtingen van de FIFA inzake persvrijheid en met de verplichtingen van Qatar op het gebied van de mensenrechten.

De eerder genoemde wetsartikelen zijn in strijd met fundamentele mensenrechtenbeginselen. Ze kunnen een gevaar vormen voor alle LHBT’s in Qatar, of het nu gaat om burgers, functionarissen, journalisten, spelers en fans. De wetten zijn flagrant in strijd met FIFA-regels die bepalen dat discriminatie op grond van seksuele geaardheid of genderidentiteit onacceptabel is, en kan leiden tot "schorsing of royement". 

Vrouwenrechten beknot

Hoewel de statuten van de FIFA discriminatie van vrouwen en meisjes verbieden, ondervinden ze in Qatar ernstige discriminatie door wetten in het land, en in de praktijk. Velen kunnen daardoor niet genieten van alle universele rechten die ze hebben als mens, ook als fans en arbeiders in de aanloop naar en tijdens het WK.

Het eerder kort gememoreerde discriminerende Qatarese systeem van "mannelijke voogdij" ontzegt vrouwen het recht om belangrijke beslissingen over hun leven te nemen. Zo moeten vrouwen toestemming hebben van hun mannelijke voogd - een vader, oom, broer of zoon, en indien getrouwd, hun echtgenoot - om te trouwen, in het buitenland te studeren met een overheidsbeurs, in veel overheidsbanen te werken, tot bepaalde leeftijden naar het buitenland te reizen en bepaalde vormen van reproductieve gezondheidszorg te ontvangen. Sommige hotels eisen van Qatarese vrouwen dat zij een mannelijke voogd hebben of getrouwd zijn om een hotelkamer te kunnen boeken en er te verblijven. Sommige evenementen in Qatar, zoals concerten waar alcohol wordt geschonken, hanteren zelfs een totaalverbod op de aanwezigheid van vrouwen. Het systeem ontzegt vrouwen ook de bevoegdheid om op te treden als hoofdvoogd van hun kinderen, zelfs als ze na een scheiding de wettelijke voogdij hebben.

Ook buitenlandse vrouwen in Qatar zijn onderworpen aan veel van de lokale wetten en het beleid wat betreft voogdij. Bovendien moeten deze vrouwen, die afhankelijk zijn van hun echtgenoot of vader als visumsponsor, van hen toestemming krijgen om een rijbewijs te halen, om te werken, of om een overheidsbeurs te krijgen om in Qatar te studeren. Qatar heeft geen wet inzake huiselijk geweld, en vrouwen die de wensen van hun familie willen negeren of op zichzelf willen wonen, kunnen door de politie naar hun familie worden teruggebracht of zelfs worden gearresteerd als hun familie hen wegens het non-delict "afwezigheid" aangeeft.

Vrijheid van meningsuiting

De persvrijheid wordt beknot in Qatar. In 2021 stond het land op plaats 128 in een ranglijst van Verslaggevers Zonder Grenzen. Qatar heeft ook een wijziging in het wetboek van strafrecht doorgevoerd, artikel 136, dat tot vijf jaar gevangenisstraf oplegt aan "eenieder die geruchten of verklaringen of vals of kwaadaardig nieuws of sensationele propaganda uitzendt of publiceert of heruitgeeft, binnen of buiten de staat, waarmee het de bedoeling is nationale belangen te schaden of de publieke opinie op te hitsen of de sociale of openbare orde van de staat te verstoren." Het is onduidelijk wie bepaalt wat een "gerucht" of "nepnieuws" is, en welke normen worden gehanteerd bij het trekken van een dergelijke conclusie.

In november 2021 werden twee Noorse journalisten die onderzoek deden naar de problematiek rond arbeidsmigratie in Qatar gearresteerd en 36 uur lang vastgehouden. Beeldmateriaal met bewijzen van misstanden in Qatar werd vernietigd. In dezelfde maand werd ook een andere Noorse journalist gedurende 24 uur in eenzame opsluiting vastgehouden in Qatar. En dan was er nog de detentie van de Duitse ARD-journalist Florian Bauer en zijn team, dat verslag deed van de erbarmelijke leefomstandigheden van arbeidsmigranten. Bauer tweette: "We werden gearresteerd in #Qatar, ondervraagd door de politie & de inlichtingendienst. Dagenlang mochten we het land niet verlaten."

De vrijheid van meningsuiting in Qatar is uiterst beperkt voor burgers, en nog meer voor niet-staatsburgers, die het risico lopen onmiddellijk en willekeurig te worden uitgezet. In het afgelopen jaar hebben de autoriteiten de Keniaanse activist en blogger Malcolm Bidali met geweld laten verdwijnen alvorens hem onder internationale druk weer vrij te laten, en hebben ze Abdullah Ibhais - een Jordaanse voormalige werknemer van de WK-organisatie - voor het gerecht gedaagd wegens omkoping, wellicht een vergelding voor zijn kritiek op de slechte omstandigheden in Qatar voor arbeidsmigranten.

WK-sponsors: eis respect voor mensenrechten

Fans, sponsors, omroepen en atleten moeten voorbij de glamour van evenementen zoals het WK voetbal kijken. Focus liever op de hoge menselijke tol, en eis verandering. In dit nieuwe tijdperk waarin maatschappelijk verantwoord ondernemen steeds meer de norm wordt, zullen FIFA-sponsors en voetbalteams die in Qatar spelen, in stadions waar sommige arbeiders zijn gestorven tijdens de bouw, steeds meer verantwoording moeten afleggen over de stappen die zij hebben genomen tegen mensenrechtenschendingen in Qatar. Tot de sponsors van het WK behoren enkele van 's werelds grootste bedrijven: Coca-Cola, ABInBev, Adidas, Anheuser-Busch, en McDonald's. Deze bedrijven hebben allemaal een mensenrechtenbeleid en betalen gezamenlijk miljarden dollars voor WK-rechten. Maar wat gebeurt er als deze sponsors moeilijke vragen moeten gaan beantwoorden van fans en voetbalteams, bijvoorbeeld over mensenrechten in Qatar? De FIFA heeft het WK voetbal bestempeld als een viering van menselijke prestaties - ironisch gezien de vele verloren en beschadigde mensenlevens tijdens de voorbereiding op het WK in Qatar. Sponsoren zullen zich steeds meer realiseren dat ze veel geld betalen voor een evenement dat hun reputatie schaadt.

De hervormingen van de FIFA en Qatar kwamen te laat voor Tej Narayan Tharu en zijn familie. Het WK wordt straks gespeeld tegen een achtergrond van ongekende aantallen onopgehelderde sterfgevallen en andere ernstige schendingen van mensenrechten. De voetbalfederatie moet dringend actie ondernemen, haar eigen mensenrechtenbeleid gaan naleven, en met compensatiemaatregelen komen voor voor de duizenden arbeiders en hun families die de ultieme prijs hebben betaald voor FIFA’s nalatigheid. De FIFA moet er verder voor zorgen dat toekomstige wereldkampioenschappen en andere grote toernooien worden toegekend op basis van respect voor basale mensenrechten, waarden die de organisatie zou moeten delen met voetballers en fans.

Your tax deductible gift can help stop human rights violations and save lives around the world.