Zelden werden Nederlandse verkiezingen zo intensief gevolgd door de internationale pers. Daarbij ging vrijwel alle aandacht naar de PVV en partijleider Geert Wilders. Maar Nederlandse kiezers brachten 13 partijen in de Tweede Kamer, sommigen voor het eerst. Geen enkele partij kreeg meer dan 22 procent van de stemmen.
Internationaal klonk opluchting over het feit dat de PVV het slechter deed dan in de peilingen en dat de partij overtuigend werd verslagen door de VVD (die 21.3 procent van de stemmen kreeg en 33 zetels). Mooi nieuws, het populisme kon de zegetocht niet voortzetten in Nederland. Na Brexit en de verkiezingsoverwinning van Trump, was dit een belangrijke nederlaag. Hoewel de PVV groter werd met 13.1 procent van de stemmen en 20 zetels (+5 zetels), is het aantal zetels lager dan in 2010, een jaar waarin er nog veel minder aandacht was voor radicaal populisme.
Veel mensen zijn ook opgelucht over de winst van D66 (19 zetels, 12 procent) en GroenLinks (14 zetels, 8.9 procent) – deze partij werd groter dan ooit.
Maar is de opluchting terecht? Middenpartij VVD won, maar wel met een campagne die bol stond van PVV retoriek. De partij haalde uit naar burgers wier families naar Nederland migreerden. De boodschap was: Doe normaal of pleur op. Je kunt het deze burgers niet kwalijk nemen als ze denken dat de volgende regering er niet voor hen zal zijn.
Ook het CDA voerde een campagne waarin de PVV standpunten nagalmden, met een duidelijke anti-vluchtelingen agenda. Het leverde hen 12.5 procent van de stemmen op en 19 zetels. De SGP volgde een vergelijkbare tactiek en dat resulteerde in 3 zetels (2.1 procent).
Het is nu afwachten wie er deel zullen nemen aan de volgende coalitieregering. Van tevoren kondigde de VVD aan niet te willen regeren met PVV en het is belangrijk dat ze die belofte nakomen.
Voor de verkiezingen sprak Human Rights Watch met kandidaten van verschillende partijen. De interviews laten zien dat de VVD, PVV en CDA, samen goed voor bijna de helft van de zetels in het nieuwe parlement, bereid zijn om mensenrechten aan de kant te schuiven als dat politiek goed uitkomt. De Nederlandse Orde van Advocaten liet zien dat deze partijen in hun partijprogramma’s plannen hebben die in strijd zijn met mensenrechten en die discriminerend zijn tegen bepaalde groepen in onze samenleving.
Om kort te gaan, er is reden voor bezorgdheid nu Wilders’ ideeën aan de winnende hand lijken te zijn, ook al werd zijn partij niet de grootste tijdens deze verkiezingen.
Het maatschappelijk middenveld is nu aan zet om te werken met die partijen die zich sterk maken voor mensenrechten. Maar ook om te laten zien welke politieke partijen rechten opzij zetten voor politiek gewin.