(Jeruzalem) – Nieuwe anonieme doodsbedreigingen zijn geuit tegen medewerkers van een Palestijnse mensenrechtenorganisatie die pleit voor onderzoek door het Internationaal Strafhof (ICC) naar vermeende oorlogsmisdaden in Palestina, zo meldde Human Rights Watch vandaag.
Al-Mezan, dat opereert in de Gazastrook, liet op 11 augustus 2016 in een verklaring weten dat een in Europa werkzame stafmedewerker melding heeft gemaakt van de ontvangst van drie dreigementen via anonieme emails. De laatste email dateert van 10 augustus. De inhoud werd gedeeld met Human Rights Watch. De betreffende mail werd begeleid door foto's van de buitenkant van het huis van de stafmedewerker. In de mail is onder meer te lezen: “je verdient het je dierbaren te zien lijden en sterven. Maar misschien wordt jouzelf al daarvóór iets aangedaan."
Sinds vorig jaar hebben onbekenden dreigmails gestuurd naar personeelsleden van Al-Mezan en van Al-Haq, een vanuit Ramallah opererende organisatie. Ook werd valse informatie verspreid naar donoren van beide organisaties. Daaronder zijn vervalste berichten die ogenschijnlijk van medewerkers, overheidsfunctionarissen en accountants lijken te komen. Om veiligheidsredenen maakt Human Rights Watch de woonplaats van de werknemer van Al-Mezan niet openbaar.
"De bedreigingen tegen medewerkers van Al-Mezan en Al-Haq zijn verwerpelijk", zegt Sari Bashi, Israël en Palestina directeur van Human Rights Watch. "Deze organisaties leveren belangrijke bijdragen in de strijd voor rechtvaardigheid en het afleggen van rekenschap, onder meer via het Internationaal Strafhof."
Het laatste incident volgt op een reeks van bedreigingen tegen Al-Haq, en in het bijzonder tegen een in Nederland gevestigd personeelslid dat pleit voor het afleggen van verantwoording bij het ICC wegens vermeende oorlogsmisdaden in Palestina. Al-Haq verklaarde in maart dat de bedreigingen een vergelijkbaar patroon volgden met die van een doodsbedreiging tegen een medewerker van Al-Mezan.
Onbekenden schreven en belden donoren van Al-Haq over beweerde financiële onregelmatigheden. Ook bedreigden ze de medewerker en de directeur van Al-Haq, die werkt vanuit de bezette Westelijke Jordaanoever, met fysiek geweld. Eerder dit jaar heeft Human Rights Watch haar bezorgdheid overgebracht aan de Nederlandse autoriteiten over de veiligheid van de Al-Haq medewerker, én alle verdedigers van de mensenrechten die pleiten voor gerechtigheid met behulp van het Internationaal Strafhof.
Zowel Al-Haq als Al-Mezan zeiden dat de bedreigingen en de berichten richting domoren toenamen toen ze hun pleitbezorging bij het ICC intensiveerden, en in het geval van Al-Haq initiatieven ondernamen om de etikettering te eisen van producten uit Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever om ze te onderscheiden van producten uit Israël.
Politiediensten in ten minste drie Europese landen doen onderzoek naar de bedreigingen, aldus de groepen.
In juni heeft Human Rights Watch er bij de aanklager van het Internationaal Strafhof op aangedrongen een formeel onderzoek te openen naar internationale misdaden in Palestina, gepleegd door Israëli's en Palestijnen sinds juni 2014.
"Het is cruciaal dat mensenrechtenactivisten die zich inzetten voor gerechtigheid, dat kunnen doen zonder dat ze daarbij worden gehinderd, in Europa of elders," aldus Bashi.