NRC en NOS meldden op 18 oktober dat een Nederlandse F-16-piloot de aanval op de stad Hawija had uitgevoerd. Hawija bevindt zich 20 kilometer ten zuidoosten van Mosul en was in juni 2014 door ISIS veroverd. Nederland maakte destijds deel uit van een coalitie die vocht tegen de Islamitische Staat (ISIS) in Irak en Syrië.
Het doelwit was een fabriek waar ISIS naar verluidt geïmproviseerde explosieven produceerde. De luchtaanval veroorzaakte meerdere secundaire explosies in de fabriek, waardoor de omgeving werd verwoest en tientallen mensen om het leven kwamen.
Er waren ook nieuwsberichten die een verband legden tussen Nederlandse militairen en een aanval in Mosul in september 2015, waarbij vier familieleden van Bassim Razzo om het leven kwamen. De zaak Razzo kwam aan het licht in een grootschalig onderzoek van The New York Times in 2017. In de VS leidde de reportage tot een grondige discussie over de manier waarop het ministerie van Defensie omging met mogelijke burgerslachtoffers, maar de connectie met Nederland was destijds nog niet bekend. Ondertussen heeft de Nederlandse regering toegegeven dat ze die dag een luchtaanval heeft uitgevoerd in Mosul, maar ze heeft nog niet toegegeven dat daarbij vier burgers gedood zijn.
Toen de coalitie tegen ISIS in 2014 ontstond, is bepaald dat de lidstaten zelf uit zouden maken hoe ze om zouden gaan met mogelijke schendingen van het oorlogsrecht en burgerslachtoffers. Helaas heeft dit ertoe geleid dat veel leden van de coalitie stilte verkozen boven openheid. In april 2017 maakte het Amerikaanse leger bekend dat coalitieleden sinds augustus 2014 minstens 80 burgers hadden gedood, zonder Nederland te identificeren als verantwoordelijk voor de aanval van juni 2015.
In de afgelopen vier jaar hebben de Nederlanders hun gebrek aan transparantie gerechtvaardigd met een beroep op "operationele veiligheid". Terwijl de Nederlandse F-16-missie eindigde in december 2018, wachten Razzo en nabestaanden van de 70 doden in Hawija nog altijd op antwoorden over wie het vuur opende op hun familieleden, en waarom.
Nu deze informatie algemeen bekend is, moet de Nederlandse regering snel haar condoleances aanbieden en gepaste schadevergoedingen uitbetalen aan nabestaanden. Ook moet er een volledige verklaring en beoordeling komen van de wettigheid van de aanval volgens het oorlogsrecht, inclusief de vraag of Nederland alle mogelijke voorzorgsmaatregelen heeft genomen om burgers te beschermen tijdens de aanval.