Vandaag (30 mei) staat in het parlement de stemming gepland over een motie die een verbod op volautomatische wapens, de zogenaamde 'killer robots', mogelijk moet maken. Het parlement zou zich unaniem moeten uitspreken voor het verbod op deze wapensystemen die, zodra ze geactiveerd zijn, doelwitten selecteren en aanvallen zonder menselijke tussenkomst die naam waardig.
Als we machines in tijden van oorlog, in het kader van de ordehandhaving, of in andere omstandigheden, mensen de dood laten injagen, zal dat een hele reeks ethische, wettelijke, morele, operationele, maatschappelijke, technische en andere vragen oproepen. Dit soort wapens bestaat nog niet, maar een aantal landen werkt al volop aan hun ontwikkeling. En als ze effectief beschikbaar zijn, zou het weleens te laat kunnen zijn om het gebruik ervan nog een halt te kunnen toeroepen.
België heeft zich in het verleden al vaker opgeworpen als voorvechter van humanitaire ontwapening. Zo heeft het als eerste een nationaal verbod op antipersoonsmijnen en clustermunitie ingevoerd. Het land heeft ook een voortrekkersrol gespeeld in het diplomatieke proces dat in 1997 heeft geleid tot het Verdrag inzake het Verbod op Antipersoonsmijnen. Een decennium later, ten slotte, heeft België zich actief geschaard achter de oprichting van het verdrag van 2008 inzake het verbod op het gebruik van clustermunitie. Dat engagement illustreert hoe landen een leidersrol kunnen spelen als ze de krachten bundelen om spoedeisende humanitaire uitdagingen het hoofd te bieden.
Veel mensen die zich in deze kwestie hebben verdiept, vrezen dat volautomatische wapens zich nooit de basisregels van het internationale humanitaire en mensenrecht eigen kunnen maken. Daarnaast is het ook onduidelijk wie verantwoordelijk kan worden gesteld als de inzet van volautomatische wapens verkeerd afloopt.
Om al deze en andere redenen pleit de Campaign to Stop Killer Robots, een internationale coalitie van ngo's, voor een preventief verbod op de ontwikkeling, de productie en het gebruik van volautomatische wapens. Bovendien staan we niet alleen. Tot dusver hebben 26 landen, meer dan 20 Nobelprijswinnaars, bijna 200 godsdienstige en religieuze leiders, en duizenden experts op het vlak van robotica en artificiële intelligentie de oproep ondertekend om zonder verder uitstel een nieuwe internationale wetgeving te onderhandelen die killer robots verbiedt.
In december 2017 hebben 116 vooraanstaande Belgische roboticaexperts, specialisten in artificiële intelligentie en wetenschappers een gemeenschappelijke verklaring gepubliceerd waarin ze waarschuwen dat volautomatische wapens een bedreiging vormen voor de mensenrechten en de menselijke waardigheid. Ze riepen de regering op om actief mee te werken aan de uitwerking van een nieuw verdrag dat volautomatische wapens verbiedt. Steven Vandeput, minister van Defensie, vatte het in 2015 kernachtig samen toen hij zei dat het toekomstbeeld van volautomatische wapensystemen hem 'koude rillingen' bezorgt.
Nu de internationale onderhandelingen over dodelijke autonome wapensystemen hun vijfde jaar ingaan, vindt de Campaign to Stop Killer Robots het hoog tijd geworden om de gesprekken te laten uitmonden in preventieve actie.
De geesten zijn stilaan rijp om de onderhandelingen over een verdrag op starten in 2019. Op een VN-bijeenkomst die vorige maand plaatsvond, heeft Oostenrijk, samen met een aantal andere landen, opgeroepen om onderhandelingen aan te knopen over de uitwerking van een wettelijk bindend instrument. Dat moet het gebruik verbieden van wapensystemen waarbij er geen noemenswaardige menselijke controle is op de selectie van en de aanval op doelwitten.
België erkent dat de wet niet voor machines, maar voor mensen is geschreven. Ervaringen uit het verleden hebben aangetoond dat ethische beslissingen die worden genomen door overheden en de maatschappij als geheel de uitwerking van nieuwe, internationale wettelijke beperkingen op het vlak van oorlogsvoering, met inbegrip van het verbod op wapens die onaanvaardbare schade aanrichten, al vaker zijn voorafgegaan en tot voorbeeld hebben gediend.
Toch heeft België zich nog altijd niet uitgesproken voor de onderhandeling van een verdrag inzake volautomatische wapens. Het land hoort zijn naam als voorvechter van de humanitaire ontwapening eer aan te doen. Het hoort zich ook aan te sluiten bij de oproep om een noemenswaardige menselijke controle te behouden over wapensystemen en het gebruik van geweld.
Het Belgische parlement staat vandaag voor een belangrijke keuze. De wetgevers horen nu de juiste keuze te maken en zich te scharen achter de oproep om een nieuw verdrag uit te werken dat volautomatische wapens verbiedt. Deze stemming is een uitgelezen kans om de toekomst van de oorlogsvoering en de ordehandhaving mee uit te tekenen en de veiligheid van de burgers te verzekeren. Laat België zijn leidersrol blijven opnemen als voorvechter van humanitaire actie.