Ze noemen het de 'vluchtgarage', een verlaten kantoorgebouw en overdekte parkeerplaats in Amsterdam-Zuidoost, bewoond door mensen die nergens anders heen kunnen. De migranten komen vooral uit Afrika – Somalië, Soedan, Zuid-Soedan, Ethiopië, Eritrea, Ivoorkust en andere landen.
Sinds december vorig jaar vonden tientallen mensen een tijdelijk onderkomen in de vluchtgarage. Volgens de bewoners ging het om 106 personen toen ik hen onlangs opzocht. De leefomstandigheden zijn verschrikkelijk en schokkend, helemaal als je je bedenkt dat het welvarende centrum van Amsterdam slechts 15 autominuten verderop ligt.
De asielaanvragen van veel bewoners van de garage zijn afgewezen, maar ze kunnen niet terugkeren naar hun land van herkomst, vertelden zij mij. In sommige gevallen is het moeilijk hun nationaliteit te verifiëren, of er is een gebrek aan samenwerking tussen de autoriteiten in Nederland en het land waar ze vandaan komen. Ze krijgen geen hulp van de Nederlandse overheid, hebben geen veilige plek om te wonen en kiezen uiteindelijk voor een bestaan in gekraakte gebouwen, zoals de vluchtgarage.
Even verderop in Amsterdam wonen mannen en vrouwen in de zogenoemde 'vluchthaven', voorheen een gevangenis. Veel van de huidige bewoners zijn afgewezen asielzoekers die niet naar huis kunnen, net als in de vluchtgarage. Terwijl de autoriteiten in Amsterdam aanvankelijk hulp boden door de ruimte tijdelijk beschikbaar te maken voor de groep, loopt er nu een juridische procedure. Vrijdag is het vonnis en zal blijken of ze mogen blijven of weer moeten vertrekken.
Het probleem, ook wel gedwongen uitzichtloze armoede genoemd, komt niet uitsluitend in Nederland voor, maar ook elders in Europa. En volgens bronnen wordt het erger. Een rapport van de vluchtelingenraad in Groot-Brittannië uit 2012 toonde aan dat een aanzienlijk percentage van hun meest hulpbehoevende cliënten afgewezen asielzoekers waren, afkomstig uit landen met aanhoudende mensenrechtenproblemen. Sommige vrouwen gingen aan de slag als sekswerker om rond te kunnen komen, waardoor ze te maken kregen met bijkomende gezondheidsrisico's en geweld. In Griekenland zijn veel afgewezen asielzoekers dakloos of leven ze onder erbarmelijke omstandigheden. Anderen verblijven in overvolle detentiecentra in afwachting van hun uitzetting, zelfs als ze niet naar huis kunnen omwille van humanitaire of praktische redenen.
Het probleem blijft niet beperkt tot asielzoekers van wie de aanvraag is geweigerd. De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie, een mensenrechtenorgaan van de Raad van Europa, wees in 2012 op de ontoereikende opvangvoorzieningen voor asielzoekers in Italië, en het gebrek aan bijstand voor mensen die niet terecht kunnen in de opvangcentra. Het Europese Comité voor Sociale Rechten, een expert-panel dat de implementatie van het Europese Sociaal Charter in lidstaten van de Raad van Europa beoordeelt, uitte in 2013 zijn zorgen over het feit dat België sociale bijstand weigert aan asielzoekers en mensen zonder papieren.
De meeste mannen in de vluchtgarage in Amsterdam wonen nu in lege kantoren, sommige met geleende bedden en matrassen, met meerdere mannen in een kamer. Soms worden lakens aan het plafond gehangen om hoeken met wat privacy te creëren. Ze koken op kleine gasstellen, waarmee ze voedsel uit blik opwarmen. Het is er overvol, rommelig en onhygiënisch. In sommige gangen is geen licht en zijn de vloeren overstroomd. Een bedlegerige West-Afrikaanse man was ernstig ziek, zeiden vrienden die voor hem zorgden. Sommige mannen wonen letterlijk in garages – achter de roldeuren van afzonderlijke ruimten.
De verwaarlozing van deze kwetsbare groep door de Nederlandse overheid is niet alleen een schandaal, er worden ook Europese normen geschonden. Op grond van het Europese Sociale Charter heeft Nederland de plicht hulp te geven aan uitgeprocedeerde asielzoekers die niet naar huis kunnen worden gestuurd, zo bepaalde het Europese Comité voor Sociale Rechten in oktober vorig jaar. De Conferentie van Europese Kerken had het comité gevraagd aan te dringen op opschorting van de bepalingen in de Nederlandse wet die ongedocumenteerde migranten uitsluiten van hulp, omdat deze uitsluiting een bedreiging van de veiligheid en menselijke waardigheid zou vormen.
Het comité vond ook dat migranten in gevaar waren en vroeg Nederland om "alle mogelijke maatregelen te treffen met het oog op het vermijden van ernstige, onherstelbare schade aan de integriteit van personen die een onmiddellijk risico op gedwongen uitzichtloze armoede lopen, door de implementatie van een gecoördineerde aanpak op landelijk en gemeentelijk niveau met het oog op het waarborgen dat aan hun basisbehoeften (onderdak, kleding en voedsel) wordt voldaan." De Nederlandse overheid heeft dit besluit nog altijd niet uitgevoerd.
De gedwongen uitzichtloze armoede onder migranten in Nederland leidt tot zorgen elders. Zo bepaalde een rechtbank in Darmstadt, Duitsland, in mei dat een Somalische man niet naar Nederland kon terugkeren omdat hij daar het gevaar liep hongerig en dakloos door het leven te gaan. De man was naar Duitsland gegaan nadat Nederland zijn asielaanvraag had afgewezen. Hem terugsturen naar Nederland zou een schending inhouden van zijn mensenrechten, oordeelde de rechter, met een verwijzing naar de passage in de Duitse grondwet waarin staat dat "de waardigheid van de mens onschendbaar is".
De kwestie van gedwongen uitzichtloze armoede onder migranten is ongetwijfeld een uitdaging voor de autoriteiten in Nederland. Zoals een groep toonaangevende Nederlandse organisaties in juni erkende, "zijn deze problemen niet gemakkelijk op te lossen".
Nederland moet actie ondernemen, uit medemenselijkheid en in navolging van de uitspraak van het Europese Comité voor Sociale Rechten. Het is niet de enige EU-lidstaat die kampt met deze uitdaging. De grote bekendheid van de problematiek in Nederland, en de druk van niet-gouvernementele groepen daar, geeft aan dat dit een kans is voor de landelijke overheid en de lokale autoriteiten om het goede voorbeeld te geven aan anderen in de Europese Unie.
In Europa zou niemand in een vluchtgarage moeten wonen.