Skip to main content

Eind december vorig jaar glipte een groep stevig bewapende mannen vanuit de Democratische Republiek Congo de grens over, het naburige Burundi in. Het lijkt er op dat het hun doel was een rebellen-basis te vestigen in het Kibira woud, vlakbij Cibitoke in het noordwesten van het land, en "oorlog te voeren" tegen de Burundese regering.

Al snel braken gevechten uit tussen de gewapende groep en het Burundese leger. Tientallen strijders werden gevangen genomen of gaven zich over aan de veiligheidstroepen. Vervolgens werden zeker 47 leden van de gewapende groep standrechtelijk geëxecuteerd door leger en politie. Leden van de zogeheten Imbonerakure, de jongerenorganisatie van de partij die regeert in Burundi, namen ook deel aan de moorden.

Ik sprak met 32 ooggetuigen van de moorden in Cibitoke. Een getuige van de standrechtelijke executie van zes gevangen strijders op de oevers van de Kaburantwa rivier op 1 januari, vertelde me hoe de politie de handen van de mannen op hun rug bond, ze op de grond liet liggen en ze een voor een in het hoofd schoot.

Een andere lokale bewoner, die zag hoe agenten en militairen 17 gevangen genomen strijders neerschoot, vertelde me: "De mannen moesten naast elkaar in een lijn op de weg te staan. Daarna werden ze allemaal in de rug geschoten. Ze werden door de militairen en de politie doodgeschoten. Aan de kant van de weg is een klif en ze vielen naar beneden." De getuige beschreef hoe de Imbonerakure de klif afging en met machetes op de lichamen van de mannen inhakten om er zeker van te zijn dat ze dood waren.

De veiligheidsdiensten in Burundi hebben uiteraard een verantwoordelijkheid om burgers te beschermen tegen geweld, maar dat geeft hen geen bevoegdheid arrestanten te vermoorden. Hoe gruwelijk deze moorden ook zijn; de moorden in Cibitoke zijn niet de eerste in hun soort; de veiligheidsdiensten in Burundi hebben een reputatie van geweld tegen hun eigen volk.

Op 12 maart 2013 schoot de Burundese politie met scherp op een groep van honderden gelovigen in Businde, in het noorden van het land. Negen mensen werden gedood – onder wie twee meisjes in hun late tienerjaren- en tientallen raakten gewond. Na de schietpartij sloeg de politie hard in op de aanwezigen. Een vrouw die ik in 2013 interviewde vertelde me: "Ze sloegen me, ze sloegen me, ze sloegen me en ze sloegen me opnieuw. Ze sloegen me tot ik kon sterven ... Ze sloegen me tot ik de pijn niet meer kon voelen."

Drie politieagenten, onder wie de commandant van de operatie, werden gearresteerd, maar twee maanden later werden ze alle drie voorlopig vrijgelaten. Nu, twee jaar later, zijn ze nog steeds niet berecht.

De moorden in Businde en Cibitoke zijn exemplarisch voor een groter probleem van standrechtelijke executies door de Burundese veiligheidstroepen. Na de landelijke verkiezingen in 2010 zijn tientallen mensen op brute wijze vermoord tijdens politiek gemotiveerd geweld in Burundi. Deze moorden waren zo ernstig dat de Nederlandse overheid - een van Burundi's belangrijkste buitenlandse donoren – in november 2012 een deel van haar steun aan het Burundese ministerie van openbare veiligheid heeft  opgeschort, in afwachting van voortgang in het onderzoek naar meerdere zaken. Ondanks het feit dat bijna al deze moorden onopgelost zijn gebleven, hervatte de Nederlandse regering in februari 2014 haar steun.

Nederland geeft miljoenen euro's aan hulp en training van de nationale politie en het  Burundese leger. Voor de periode 2014-2017 gaat het in totaal om ongeveer 30 miljoen euro. De Nederlandse regering wil naar eigen zeggen dat het geld wordt gebruikt om "een inclusieve en professionele veiligheidssector te ontwikkelen, die de rechten van burgers respecteert en die verantwoording aan hen is verschuldigd". Voortdurende mensenrechtenschendingen door Burundese veiligheidsdiensten doen afbreuk aan het succes van die missie.

De buitengerechtelijke executies in Cibitoke – de grootste misdaad in de afgelopen jaren - moet leiden tot een sterke, eenduidige reactie van de Nederlandse regering.

Toen Human Rights Watch haar bevindingen over de moorden in Cibitoke deze maand publiceerde, vond ik het bemoedigend om te zien dat de Nederlandse ambassadeur in Burundi snel een beroep deed op de Burundese autoriteiten om een grondig onderzoek in te stellen. Maar oproepen tot een onderzoek is niet genoeg.

Nederland moet de regering van Burundi duidelijk maken dat de verantwoordelijken voor deze moorden binnen het leger en de politie moeten worden vervolgd.

De dag nadat Human Rights Watch haar rapport publiceerde, kondigde de procureur-generaal in Burundi de oprichting aan van een onderzoekscommissie om de beschuldigingen van buitengerechtelijke executies in Cibitoke te onderzoeken. Ik hoop dat dit initiatief niet hetzelfde resultaat zal hebben als eerdere onderzoeken in Burundi.  De bevindingen van diverse onderzoeken werden nooit gepubliceed, of ze werden gebruikt om ervoor te zorgen dat daders ontkwamen aan strafvervolging. Met hulp van Burundi's internationale partners kan de onderzoekscommissie voor Cibitoke het beter doen. Nederland moet dit initiatief ondersteunen door deskundigheid of andere bijstand aan te bieden en zo te proberen bij te dragen aan de onafhankelijkheid van het onderzoek en het te beschermen tegen politieke inmenging.

Nederlandse belastingbetalers kunnen ook hun rol spelen, door garanties te eisen dat het geld dat uit hun naam aan Burundi wordt gegeven, wordt gebruikt om respect voor mensenrechten te herstellen – en niet voor het overeind houden van veiligheidsdiensten die mensen vermoorden terwijl ze worden betaald om hen te beschermen.

Lewis Mudge is researcher bij de Africa-afdeling van Human Rights Watch. Volg hem via Twitter: @LewisMudge

 

Your tax deductible gift can help stop human rights violations and save lives around the world.

Region / Country